Blog - Toezicht met een menselijk gezicht: het belang van het burgerperspectief

Onlangs vond bij ons op kantoor de eerste van zes kennissessies plaats over het burgerperspectief. Deze sessies organiseren mijn collega en ik (beiden adviseurs onderzoek in de samenleving) voor medewerkers en zijn bedoeld om dit perspectief vanuit verschillende invalshoeken te belichten. Farid Azarkan, voormalig Tweede Kamerlid en fractievoorzitter van Denk, gaf de aftrap met een krachtig pleidooi voor de waardigheid en behoeften van burgers. Zijn tomeloze inzet voor gedupeerden van de toeslagenaffaire en de erkenning van hun leed, maakten hem een treffende openingsspreker.

vrouw met leren jas en hoofddoek aan met uitzicht van de stad Den Haag op de achtergrond
Beeld: Fouzia Outmany (adviseur onderzoek in de samenleving)

Azarkan benadrukte in zijn verhaal dat niet iedereen gelijke toegang heeft tot machtsmiddelen zoals kenniskanalen en ingangen tot de juiste contacten om bepaalde vraagstukken aan te kaarten. Niet alle burgerstemmen bereiken de politieke agenda of beïnvloeden beleid. Azarkan deelde met ons de les die hij leerde toen hij de toeslagenaffaire probeerde te agenderen. Als je bijvoorbeeld een alleenstaande vrouw bent met een buitenlandse achternaam in een minder welvarende buurt dan is de kans klein dat je gehoord wordt. Dit riep de vraag op wie precies de burger is in ons burgerperspectief. En behandelt de overheid iedereen gelijk? Is de overheid altijd te vertrouwen? Een andere belangrijke vraag, had een inspectie de toeslagenaffaire kunnen voorkomen?

Die laatste vraag bleef me na de sessie beziggehouden. Hoewel we het antwoord nooit zeker zullen weten, lijkt het aannemelijk dat een inspectie, ingericht vanuit het burgerperspectief en bevoegd om toezicht te houden op de betrokken uitvoeringsorganisaties, de disbalans had kunnen voorkomen of corrigeren. Zulke belangrijke vraagstukken kunnen niet afhankelijk zijn van toeval, zoals in de toeslagenaffaire, waarbij het toevallig was dat de echtgenote van het getroffen gastouderbureau een advocate is. Niet alle burgers hebben toegang tot een advocaat in hun leven, wat het des te belangrijker maakt dat wij proactief handelen en zelf signalen uit de samenleving ophalen.

Azarkans vergeefse pogingen om de toeslagenaffaire aan de kaak te stellen en zijn terughoudendheid om het discriminatie te noemen, hoewel hij daar duidelijke aanwijzingen voor had, verklaarde hij door een parallel te trekken tussen zijn positie als politicus uit een minderheidsgroep en die van zijn eigen vader. Als gastarbeider leerde zijn vader zich gedeisd te houden. Hij werd iemand voor wie het niet vanzelfsprekend was om zijn stem te verheffen en gehoord te worden. Daarom is het zo belangrijk dat een onafhankelijke organisatie zoals de IBTD zich hiervan bewust is en actief op zoek gaat naar deze stemmen . 

We hebben een spiegel voorgehouden gekregen die ons inzichten verschafte over hoe verschillende vormen van uitsluiting elkaar beïnvloeden. Dit helpt mij als onderzoeker om beter te bepalen met wie ik moet samenwerken om op zoek te gaan naar verborgen problemen en knelpunten op de domeinen waar wij toezicht op houden. Ik wil horen waar mensen tegenaan lopen en deze agenderen op de juiste tafels. Ik ben mij er daarnaast sterk van bewust dat ik persoonlijk wel toegang heb tot de machtsmiddelen die Azarkan in zijn verhaal benoemde. En ik voel me er verantwoordelijk voor om deze op de juiste wijze in te zetten. Om een ander verder te helpen. Dat helpen kan al klein beginnen, Azarkans metafoor ‘de kracht van 8 minuten’ kwam sterk binnen. Slechts acht minuten volle aandacht aan iemand geven, door echt te luisteren, kan al voor diegene het verschil maken. Anderen zich gezien en gehoord laten voelen, mensen laten beseffen dat ik me als vertegenwoordiger van onze inspectie tot het uiterste inspan om ze te bereiken, daar zet ik mij elke dag met heel veel passie en plezier voor in.

Fouzia Outmany

Adviseur onderzoek in de samenleving