Rechtsbescherming van ondernemers bij Douane
Wanneer volgens de Douane sprake is van een onjuiste, onvolledige of niet tijdige aangifte kan zij een (na)vordering opleggen aan een ondernemer. De ondernemer kan het hier niet mee eens zijn en er kan dus een geschil ontstaan. Uit gesprekken met ondernemers blijkt dat ze ervaren dat de Douane zich bij geschillen vaak beroept op de ‘letter van de wet’ en niet altijd oog heeft voor hun kant van het verhaal. Aan de andere kant geven douanemedewerkers aan dat de Europese wet- en regelgeving weinig ruimte biedt om belangen van ondernemers mee te laten wegen in hun besluiten.
Gezien de ingrijpende besluiten die de Douane kan nemen is het belangrijk dat ondernemers voor hun rechten kunnen opkomen en dat er dus sprake is van een goede rechtsbescherming. Daarom onderzoeken we hoe de Douane hier in de praktijk invulling aan geeft.
Doel van dit onderzoek
Met dit onderzoek willen we zicht krijgen op hoe de rechtsbescherming van ondernemers bij geschillen over douaneheffingen in de praktijk functioneert en meer specifiek hoe de Douane in de praktijk invulling geeft aan het proces van rechtsbescherming. Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat zo vroeg mogelijk in het proces rechtsbescherming plaatsvindt. Dit betekent dat de Douane voorkómt dat ondernemers onnodig in bezwaar moeten gaan of de gang naar de rechter moeten maken om hun recht te krijgen. Daarvoor zijn onder meer goede processen, zorgvuldige besluitvorming en communicatie nodig.
In ons onderzoek betrekken we criteria die zijn ontleend aan Europese- en nationale wetgeving. Zo kijken we bijvoorbeeld of de ondernemer voorafgaand aan een nadelig besluit in de gelegenheid gesteld wordt om zijn kant van het verhaal toe te lichten in een hoorgesprek, of de ondernemer voldoende tijd heeft voor het voorbereiden en kenbaar maken van zijn standpunt en de Douane de beslissing motiveert.